Wednesday, February 15, 2012

Ons soort mensen twittert niet

Vroeger kwam je in de hemel als je trouw naar de kerk ging, nu word je beroemd of krijg je een prachtige topbaan als je vaak op de sociale media zit. Mensen geloven graag daar komt het op neer. Niet dat interactief pielen op je toetsenbordje zinloos is. Het is heel lonend. Een reactie op je tweet, en soms krijg je zelfs een retweet! Zomaar weer een volger erbij, of anders een heus vriendschap verzoek. Kijk mijn aantal connecties toch eens groeien. Zie je wel, ik besta echt wel en ik word zelfs langzaam ontdekt, kom steeds meer aan de oppervlakte.

De echte netwerken zijn elders. En ondoordringbaarder dan een tropisch regenwoud dat behandeld is met kunstmest. De kringen die er toe doen, daar groei je in op. Hockeyen, roeien, beetje studeren, veel drinken bij een studenten corps en daarna baantjes regelen via je studentenhuisgenoten en je jaarclub; Cees van der Hoeve (Vindicat), Peter Wakkie (Utrechts Studenten Corps), Pechtholt en Nout Wellink (Minerva).

Tenzij je ergens enorm goed in bent, dat je in minder dan een bliksemschicht kunt laten zien. Fenomenaal midwinterhoorn beitelen, of een moleculaire smaakvariant op IJslandse marmot in rendiermos paté kunnen bereiden; het heeft weinig zin om dat op Youtube te zetten. Aard splijtend proza maken en voorlezen, iedereen haakt na een zin af. Het is niet voor niks we dagelijks getroffen worden door een lawine aan nieuwe zangers.

Laten we eerlijk zijn; de social media zijn een fuik voor de inferieuren, opgericht om ze bezig te houden, te controleren, en vooral om ze af te houden van carrière maken. Dat is niet voor iedereen weggelegd! Zodat de mensen die er wel toe doen, die geen bevestiging nodig hebben, van kinds af voorbereid zijn op een briljante toekomst, niet gehinderd worden in hun stijging naar de top. Terwijl de knorren continue zit te twitlinkfacebooken, komen zij ongestoord verder en verder.

Het hoogste dat je met social media kunt bereiken is een uitnodiging voor een jaarclub borrel, een intellectueel eetclubje (Vertigo) of een sollicatie-gesprek vooruit op een topadvocatenkantoor. Omdat je zo allemachtig veel vriendjes en reacties met internet hebt weten te bereiken. Verder dan dat kom je niet, omdat dan meteen duidelijk wordt dat je niet een van hen bent. Je geen idee hebt hoe je je hoort te gedragen in hun soort kringen.

Sunday, February 12, 2012

Alles is weerzin

Een hekel aan mensen hebben is heel normaal, zonder zou ik niet kunnen leven. Mijn misantropie uit zich slechts in het schrijven van stukjes tegen de mensheid, die niemand leest. En ok, ik scheld geregeld een daklozenkrantverkoper uit of anders een PvdA-er als hij eens in de vier jaar een foldertje onder mijn neus duwt. Het is enkel medicinaal, de galblaas moet af en toe weer even geleegd worden. Als ik een serieuze misantroop was, werk had gemaakt van mijn hobby, dan schreef ik achter mijn bureautje niet in het luchtledige, maar ontwierp ik daar, om maar wat te noemen, een revolver, waarvan elke kogel raak is. Natuurlijk niet om verspilling (kan mij dat milieu schelen!) tegen te gaan maar om sneller af te kunnen rekenen.

Echte misantropen bedenken als kind al spelletjes, om andere kinderen aan het huilen te brengen. Hun doel is al vroeg om mondiaal of anders maar nationaal mensen dwars te zitten. Wat ze lukt door ontwerper te worden. Eenmaal de touwtjes in handen tekenen ze verpakkingen die enkel met een haakse slijper geopend kunnen worden, supermarkten waar de kans dat je de vierkazensaus vindt kleiner is dan het winnen van de Postcode Lotterij Jackpot, vliegvelden waar passagiers uitgeput bij het verkeerde vliegtuig aankomen, nieuwbouw wijken waar de straatnamen en de huisnummers kriskras door elkaar gegooid zijn en rotondes die je het liefst rechtuit zou willen oversteken. Of ze worden HRM manager, waar ze vanachter weer een bureau een functiehuis ontwerpen.

In Italië stikt het ervan, ontwerpers van doorgefokte, mensonvriendelijke gebruiksvoorwerpen die enkel goed zijn om cadeau te doen. Vergeet Parijs niet waar op elke straathoek een hogere klerenmaker gevestigd is en bij de VPRO en BNN hangen ze ook bij bosjes rond, omdat ze daar de kans krijgen deprimerende televisie te maken.

Gesjeesde misantropen trekken zich terug in hun schuurtjes en perfectioneren apparaten die daarna slechter werken dan wat ze moeten vervangen. Bedenken vreselijke smaken voor chips. Of ze schrijven verhalen enkel met als doel lezers een paar onaangename uurtjes te bezorgen. Gelukkig komen ze niet verder dan vloekende redacteuren. Of ze voeren plannetjes uit die danig wat impact hebben, zodat er burgemeesters uit bed gebeld moeten worden, om te stamelen dat het niet past in zijn stad, en het een ramp is voor het hele land.

De ergste misantroop die ik ken, of liever wel eens tegen zou willen komen, had ooit een goed idee. Misschien, dat zou kunnen, dacht hij de mensheid er wel mee te helpen. Maakt niet uit achter slot en grendel met hem, voorkom dat hij nog meer misdaden tegen de mensheid begaat. Eenzame opsluiting, nou vooruit hij mag wel een asielzoekerscentrum of een gevangenis ontwerpen. Ik heb er alleen maar last van; DIT IS DE EERSTE KEER DAT IK DAT DING NIET PER ONGELUK GEBRUIK: SCHIET DIE MAN DOOD!

Tuesday, February 7, 2012

Keek op de Weekdieren

Een groot deel van mijn leven is opgenomen. Niet omdat ik zo bijzonder ben, maar omdat alles volhangt met bewakingscamera’s. Omdat ik niets voorstel op welk gebied dan ook heb ik daar geen moeite mee. In de bus, bij het pinnen, bij het loket, nergens sta ik obsceen of crimineel op de camerabeelden. Hoogstens ben ik een beetje nadrukkelijk in beeld bij de ingang van de supermarkt, waar ik die exotische nietsnut met zijn zwerfkrantje elke keer weer, tevergeefs toeschreeuw dat hij aan zijn werk moet. Of wat in overtreding als ik door rood rij, zonder rijbewijs, op mijn fietsje. Van mij mogen al die bandjes waar ik op sta tot in lengten van dagen bewaard blijven. Wat misschien wel aan te bevelen is, want mijn doel is nog steeds beroemd te worden.

Van Ja Zuster, Nee Zuster zijn bijna geen opnamen meer, en dat is jammer. De Nachtwacht overschilderen, de Dokwerker of Anna Frank omsmelten. Daar zou ik niet mee zitten. Integendeel ik zou de verantwoordelijke zelfs belonen, dan wel bij me laten onderduiken. Maar de overspeler van de JZNZ-banden moet opgespoord worden. En als straf de rest van zijn leven alle zielloze publieke omroep programma’s van dit moment gelijktijdig aanschouwen.

Wat wel enorm bewaard is gebleven is, tot de bloopers aan toe waarschijnlijk, is het oeuvre van Koot en Bie. Ja, ik heb er ooit ook naar gekeken. Maar een keer is wel genoeg voor mij. De VPPRO vond het een goed idee om ze van stal te halen. Voor het te laat is, er geen VPRO-kijkers meer over zijn.

Blij dat er weer een camera op ze gericht staat, als gele grassprietjes die opleven in het zonlicht, zo zitten ze er bij. Van buiten mogen ze veranderd zijn, inwendig bruist het nog van de oude gewoontes. Koot pusht weer een boekje vol olijke woorden en Bie overtreft Spinoza, denkt hij. Ik durf het wel te beweren zonder een van die terugblik programma’s vol nooit eerder vertoond materiaal gezien te hebben. En dat hun schaamteloze zelfoverschatting nog steeds fier overeind staat. Als ik er naast zit, zijn ze wijzer geworden.

Als Calvijn er niet geweest was, zou heel Nederland er nu beter aan toe zijn, en zou ik Koot en Bie nog wel eens willen zien. Nu mogen wat mij betreft al die programma’s van ze vernietigd worden. Als ik de kans kreeg deed ik het zelf. Hoewel. Het is natuurlijk wel bewijsmateriaal. Dat Koot en Bie voortdurend de kijkers schuld aanpraatte aangaande de dood van de joden in de oorlog en ze daarom moreel verplichtte om zonder morren hordes zielige buitenlanders te tolereren en in de watten te leggen.

Hopelijk komt er (heel snel) weer een bijltjesdag. Zonder afrekening geen vooruitgang. Goed laten we het beschaafd houden; een tribunaal dan, niet over iets vaags in de Balkan of Irak maar eindelijk een keer over een kwestie dichter bij huis. Van hoe heeft het zo ver kunnen komen qua onveiligheid, criminaliteit en het verdwijnen van westerse beschaving in dit landje, na de oorlog. Wie waren er nou eigenlijk fout? Reve, Janmaat, Bolkestein, Fortuyn en Wilders zullen dan geëerd worden als verzetshelden. Janmaat krijgt eindelijk postuum dat lintje dat Hare Majesteit hem onthouden heeft. De plegers van de aanslag in Kedichem zullen eindelijk berecht worden. Ruud de Wild wordt vastgezet vanwege zijn aandeel in de moord op Fortuyn en Jelle Brandt Corstius komt nergens meer aan de bak vanwege zijn foute vader. De VPRO en de Vara worden verboden organisaties.
En Koot&Bie zullen onderduiken bij voormalig VPRO-leden, maar na het uitloven van een premie, geheel volgens de Nederlandse volksaard verraden worden.

Thursday, February 2, 2012

Ik ben een belangrijk schrijver

Het ligt aan mij, ja dat wist u ook wel, maar ik ben niet zo snel. Ik kom niet aan de bak omdat ik niet enthousiast ben over mijn eigen werk. Eigenlijk nergens over. Met een beetje meer enthousiasme was ik veel verder gekomen in dit leven. Had ik na mijn promotie als scheikundige bij het Philips laboratorium gezeten, of anders dat van Shell. ‘Wat heeft u zo al onderzocht tijdens uw promotie. Waar bent u trots op?’ Ik kon er bij de sollicitatie niks zinnigs over zeggen, zeker niet met enthousiasme. En dus bleef het bij een gesprek, en dat eigenlijk ook niet.

Ik ben wel aan de slag gekomen, in een B-onderzoeksinstituut (Z te Oessem). Zelfs daar wist ik niets te bereiken. Een belangrijke taak van een onderzoeker is vertellen waar hij in godsnaam mee bezig is. Onder vier ogen valt dat nog wel mee, maar dat moet ook in colloquia, op congressen en conferenties en tegen studenten die zich komen oriënteren. Ook ik kwam daar allemaal niet onderuit. Lang heb ik gedacht dat ik dat wel een keer onder de knie zou krijgen, maar ook deze vorm van interactie was niet voor mij weggelegd. Het is acceptabel, aan te horen, uit te zitten, maar natuurlijk geen genot om mij een verhaal te zien houden. En telkens is het bereiken van de eindstreep belangrijker dan het overbrengen van de boodschap. Het is duidelijk dat ik geen carrière maakte met mijn optredens.

Het zou allemaal een stuk makkelijker zijn en niet alleen voor mij als de spreker bij zijn presentatie achterin mag staan, achter de luisteraars. Tenzij ze knap is natuurlijk. Dat domme ge-aanwijs slaat vaak toch nergens op dus dat kan ook wel achterwege blijven. En dan zijn ze ook verlost van de aanblik van gezweet en gehakkel. Plus dat ik dan breeduit al mijn spiekbriefjes neer kan leggen. Misschien heb ik die dan niet meer nodig.

Ja, natuurlijk trapte ik er in; oplichters die beweren dat je effectief presenteren kunt leren. Vele workshops en cursussen heb ik gevolgd, over Hoe je je boodschap vol geestdrift kunt overbrengen. Het is gewoon niet voor iedereen weggelegd, dat is de waarheid, weet ik nu. Je kunt ook niet leren hoe je miljonair kan worden, of een graag geziene gast. Het begint al met je kop. Het is niet voor niks dat ik die er hier niet bij zet.

Gezien die kop en mijn gelaten stemming ken ik bijna niemand. Dus wat ik hier zit te doen, al jaren geen steek mee verder kom, is titanen arbeid: een netwerk opbouwen met een toetsenbord. Onzichtbaar een schare volgers creëren die enthousiast zijn over mijn werk, waar ik zelf niet trots op ben of blij van word.